· 

Dag 9, donderdag, "safari" in Koraal Tabak.


Vanmorgen zei mijn moppie, zullen we vandaag niet weg gaan, maar hier blijven? Dan kan ik een paar wasjes draaien en dan blijven we gewoon hier bij het zwembad liggen. Ik vond dat niet zo een geweldig idee, de hele dag hier blijven. Terwijl je ook lekker het eiland over kunt tuffen, en proberen van alles te doen en -bekijken. Ik zei, dat we vorige week óók al bij “Villa Kakelbont” gebleven waren, moet dat echt? Nou oké jij je zin, maar ik wil wel nog even de berg op, aan de andere kant van het ons aangrenzende land. Ziet er lekker ruig uit en dat trok me wel. Met mijn kleine “I10 bolide” trok ik erop uit, gezien ik op mijn hart gedrukt kreeg, dat het niet slim zou zijn om dat hele eind te gaan, met die brandende zon op je hoofd een “safari” te maken. Achteraf wel een slimme zet van haar, gezien de afstand die ik zou afleggen, gewoon “killing” geweest zou zijn, zeker in mijn huidige conditie. Met een strandtas met water, statief, wat bananen om te eten, en mijn camera in de auto ging ik op weg. Heel rustig en relaxt, geen haast. We zouden toch bij het huis blijven?. Nu nog even niet, eerst richting “berg” om daar vanaf wat plaatjes te maken.   


 

Toen ik aan het eind van de weg kwam, stond er weliswaar een bord, verboden toegang, maar Amsterdammers in het algemeen, zijn volgens zeggen wat aan de eigenwijze kant. Tenminste heb ik weleens gehoord. Dús recht zo die gaat, en bord negeren. Aan het einde van een nog redelijk begaanbare “weg”, waren een aantal mensen met dragline, kiepwagen en shovel bezig om een grote berg “Berg” te verplaatsen naar de bewoonde wereld. Om niet helemaal het noodlot te tarten, met de kans dat ik weggestuurd zou worden, sloeg ik met een korte draai, een ander “pad” in, om aan de achterkant van de berg te geraken, volgens mijn intuïtie. En kreeg daar ook wel gelijk in, echter een groepje “Quad rijders” waren net zo eigenwijs als ik geweest, om het verboden toegang bord te negeren, en stonden halverwege de berg stil. Ik hield mezelf voor, dat als zij moeite hadden met hun sterke motoren, ik het met mijn bolide ook zeker kon schudden. Bovendien, als het mijn eigen wagen geweest zou zijn, zou ik het ook niet proberen.  Nou  eerst maar rechtdoor en zien waar ik uit zou komen, dan kon ik op de terugweg wel zien of ik te voet de berg op kon. Eerst zag ik aan mijn rechterzijde een vangrail, zag ik het goed? Even verder een soort van grote koelbox, en wat sterk verouderde houten huisjes, als zitplaatsen. Aan het einde hiervan, even wat foto’s schieten en dan naar rechts, maar volgens de aanduidingen op grote betonblokken mocht ik ook naar links. De keus viel op rechterkant en daar kon ik een ‘ding” inslaan, waar ik op moest gaan rijden(?). Héél voorzichtig ontweek ik aan alle kanten de kuilen, plassen, pica’s en andere uitstekende punten, zoals een “overload” aan glas bijvoorbeeld.

 

 

Aangekomen aan het eind van dit “gedrocht”, was het uizicht adembenemend, zowel he zee, als de “Joris baai”, die ik onderhand vanaf buitengaats, kon inkijken. Wouw, prachtig zelf een aantal van de “shete boca” leken naar de Noord-Oostpunt verplaatst te zijn. Voorzichtig manoeuvrerend terug naar de achterkant van de “Berg”. De auto alleen gelaten, langs de “baan”, wat plaatjes schieten van de directe omgeving, En dan naar boven klauteren, gelukkig had ik goede schoenen aangetrokken. Halverwege, toch al op hoogte, was ik gekomen en ook weer wat foto’s genomen, hoorde ik een hoop geblèr in het Papiaments en zag een heftig gesticulerende Antilliaan, naar mijn auto.  “……. unda bo ta bai, macamba maricon …..” En wat doe je daar..  De woorden die ik zeker hoorde en begrijp. Oftewel zoiets als, ”waar ga je heen, witte homo”. Ik dacht, ik moet zo snel mogelijk bij die auto terugkomen, omdat ik zijn bedoelingen, van het gezwaai en geschreeuw niet uit zijn verhaal kon opmaken.  Misschien gooit die kneus wel een steen door het raam, of zoiets. “…. Kiko bo ke Amigoe, sè non….” Wat wil je, vriend en de laatste twee woorden liet ik achteloos met een neus klank eruit komen.  Had ik pas gehoord van “Kokkie” en vond het bij hem wel interessant klinken. “… Ki ès un maricon…”.  Deed ik mijn best om hem te laten weten, dat ik geen groentje was op het eiland, om een beetje indruk te maken. Ik had, terwijl ik naar beneden was geklauterd, mijn kop aan een overhangende rotst gestoten, dus ik voelde aan mijn “kabes” en zei, stoot ik mijn kop ook nog op die berg “swa”.  “Ojé sorry”, bond de kneus in. “Laat me eens kijken, nee niet stuk”.  Ik vroeg hem, “wat is de bedoeling vriend?”.  Als je de auto een beetje aan de kant had “geplaatst”, had ik er langs gekund, zei hij. Toen ik zag wat hij aanwees, moest ik hem gelijk geven. Er was een hele grote en waarschijnlijk ook diepe plas, waar ik ook niet door zou gaan. Maar ja, ik was naast zijn auto, ook nog een andere tegengekomen, dus ik had verwacht dat er zoveel “doorgaand” verkeer zou zijn. Hij bood nog aan om eventueel mijn gids te zijn, naar de Joris baai, aan de strand kant, maar dat wees ik af. Het zullen toch niet alleen eigenwijze Amsterdammers geweest, hier vandaag, maar het was wel heel mooi, volgende week nog maar eens proberen,  sè non…..! Oftewel, ja toch...?