· 

Dag 15, "Mugshots" van de verdachten, Chi- en Surinees.


Gisterochtend is er bij ons, in “Villa Kakelbont” een insluiping geweest, waarbij we wel ongeveer hebben kunnen zien wie de dader zou kunnen zijn, maar we hebben hem nóg niet kunnen pakken. Signalement klein, snel, geel-zwart, het leek een soort van “Vitesse-mus”. Ik had vanmorgen al het e.e.a. geprepareerd om de kleine boef voor te zijn, mocht hij het idee krijgen weer te komen. Ik had een soort van “suiker val” gemaakt, met het idee, dat daar gisteren zijn focus op lag. Een schoteltje met mooi blauw-gele schutkleuren, met daarop wat fijngemaakte suiker klontjes. Dat zou moeten lukken, echter die kleine bloedzuigers hebben alle geduld van de wereld, lijkt het. En ik zat maar klaar met mijn camera, om de “Mugshots” te kunnen schieten, en zo het bewijs te leveren aan de instanties op het eiland. Tenminste denk niet dat ze van dit incident wakker liggen om er iets aan te doen, natuurlijk. Op het zelfde moment zag ik uit mijn ooghoek, op de stoel schuin achter mij, een sujet wat er verdomd veel op onze verdachte leek.


Echter toen ik mij met de camera omdraaide, was de vogel letterlijk gevlogen. Ik dacht slim te zijn, camera op statief in de aanslag, alleen het knopje indrukken, klaar. De volgende verdachte verscheen, op het schoteltje met suiker, afdrukken klaar, dacht ik. Pech voor jou vriend, camera te laag tijdens het afdrukken. Dan de camera in de hand, klaar zitten, ja op het hek, een volgende verdachte. Echter deze voldeed niet aan het daderprofiel, hij had een “snor”, de dader van gisteren had dat zeker niet. Dan op een gegeven moment, kwam er een schreeuw van binnen, “hij zit hier binnen”. De kleine stinkerd, was weer vanaf de zwembad kant langs onze surveillance gekomen en probeerde voor de tweede dag op rij zijn slag te slaan. Echter gesnapt, weer niet te vangen, maar geen buit, toch mazzel voor hem, weer weggekomen.     Het zou geen uitgaansdag vandaag worden, geen zin om op weg te gaan, buiten de boodschapjes natuurlijk, bij de lokale “Chinees”. Dat gaat gewoon door. Al vroeg onze bedden gespreid, geen last van “strand Maffia”, geen kilometers maken(!), zonnetje- en zwembad erbij. Lui zijn, waar vakantie voor bestemd kan zijn. Ik zeg expres “kan zijn” omdat het begrip zonvakantie voor een ieder anders is. De een gaat de paden op de lanen in, de ander gaat lekker lui onderuit liggen, en helemaal niets. Voor mij is er ook een derde manier bedacht, af en toe lui onderuit, af en toe op pad, berg op of een laan in, of (zeer) sportief. Vandaag dus het eerste deel van mijn zonvakantie, lui onderuit, drankje en boek erbij, én hand in hand op onze ligbedden. Dat is ook weer zoiets, voorheen zou ik een boek als dit, zo’n 300 pagina’s in een paar dagen verslonden hebben. Nu heb ik af en toe 10 bladen gelezen, op een dag, en kan ik weer opnieuw beginnen omdat ik vergeten ben wat ik gelezen heb, pfff. Maar het is vakantie en wat voor één, we zijn nog steeds op Curaçao en 30 graden, niets moet alles mag, en veel kan.

 

 

Voordat we echt konden luieren, moest er eerst nog wel even met het thuisfront worden gecommuniceerd. Onze beste vrienden gaan terwijl ik dit verhaaltje schrijf, ongeveer alweer uit de veren, voor hun vakantie naar “Fuerteventura”, één van de Canarische Eilanden, een archipel in de Atlantische Oceaan dat bij Spanje hoort en ongeveer honderd kilometer voor de westkust van Afrika ligt. Dus even een fijne vakantie wensen per telefoon via het internet van “the pearl” wat wel behoorlijk is. Dan plots wenkt Lia me, had geen flauw idee wat ze bedoelde, maar er bleek een grote groene “Yuana” de hoek om te komen, van de receptie. Deze had zeker nooit van het Antilliaanse spreekwoord, “Yuana ku kome leu for di kas ta muri mal morto”, oftewel “Dat je het gevaar beter niet kunt opzoeken” sterven”. Nadat Lia haar telefoon gesprek had beëindigd zei ze,”, “het zal je maar gebeuren, dat je zit te werken en zo’n apparaat komt jouw kantoor binnen”. Het was zeker geen kleintje want inclusief staart was hij ruim een meter lang. O ja, btw tijdens het telefoneren kwam er een werkman naar de beheerder van het park, "Maarten, er is een kabel doormidden getrokken, met een dragline". Enkele spannende momenten volgden voor Maarten, die om zich heen keek of er delen van zijn kantoor, c.q. receptie waren uitgevallen, mazzel voor hem en het park, was het bij de buren.

 

 

Zij naar het ligbedje, ik nog even op pad, zoals eerder gezegd, even voor de boodschapjes natuurlijk, bij de lokale “Chinees”. Nu was “Whie-Wheet” de plek om te “shoppen”. Ik had de spulletjes gevonden, sta bij de kassa in de rij, omringd door inclusief, de 2 Chinese dames achter de kassa, 4 dames. Hoor ik volgens mij één van de dames achter mij vragen, “waar de hond is….”, in het Papiaments, tenminste dacht ik. Dus ik mij er natuurlijk mee bemoeien, en kijken of ik het beest zag, dus ik probeerde in mijn best Papiaments “unda e Kachó?”. En ze begon te lachen, “Non, non, kuminda di kachó”, antwoordde de dame voor mij, “eten voor de hond”, tenminste zo begreep ik. De vrouw achter mij vroeg, omdat ze inschatte dat ik Nederlander ben, aan de vrouw voor mij, in het Papiaments“ of in het Nederlands Kachó (Katsjo) hond betekend. Ik houd van talen, dus gaf haar bemoeial als ik ben, antwoord dat Hond inderdaad Kachó is, en dat Poesie, Kat is, om het makkelijk te maken. Daarna begon de dame achter mij in het Spaans, “la palabra espagnol por Kachó es Pèro”. Dus antwoorde ik haar in het Spaans, ooit heb ik nog eens 10 weken Spaanse les gehad, dat er altijd op de bordjes bij de dure Spaanse huizen staat, “Quidado el Pèro” oftewel pas op voor de hond. Ze begon te lachen en zei, “inderdaad, spreek je Spaans?”, “un poco”, antwoordde ik. Zegt de Chinese dame, “pero bo no papia Chinees”. Nou toevallig kende ik de Chinese groet, ooit geleerd en onthouden van een Chinese les op Teleac, “Ni Hao”, het gedag zeggen voor 1-, en “Ni Men”, voor meerdere mensen. Dus die liet ik op haar los. Verbaasd en lachend rekende ze de producten voor mij af. Waarna ik ook naar mijn ligbedje kon, in “Villa Kakelbont”.

 

 

Na ons zonnebad van vandaag moest er ook nog wat gegeten worden. De keus is gigantisch op het eiland. Als je de plekjes weet, tenminste en je niet laat afschrikken door wat minder obscure etablissementen en/of personen die zich voor de balie rondhangen. Nu weten wij sinds enkele jaren dat er een paar Surinaamse dames, bij de Snack naast de “Vandis” op de “Caracas baai weg”, werken die zelf ook de Surinaamse keuken bereiden. Vorige week was ik er al geweest, maar van deze “hap” kun je eigenlijk niet genoeg krijgen. Door de jaren heen zijn we daar ook “regulars”, vaste klanten geworden en ze kennen ons ondertussen. Of het daar aan ligt, of aan mijn mooie glimlach weet ik niet, maar ook vanavond werd er een bak opgeschept, waar alle honden van het eiland konden eten. Alleen die kans kregen ze niet, alles schoon op. Na het eten, even bij de “AA” kliniek langs om te kijken of Dr.AA er nu was. Wederom niet, wel zijn lieftallige assistente van de “cleaning” die mij met een “Hay Chris” hartelijk verwelkomde. Ik zei doe de groeten maar aan Dr.AA, en dat we komende week wel terugkomen.

Morgen weer een dag, waarschijnlijk “Mambo Blvd” en ’s avonds naar een dinertje, bij “Kokkie” thuis met onze “Famia Antiana”.