· 

Dag 19, lijk uit de kast, “BZN” en zonnen in “De tuin van het Fort” (Beekenburg).


 

Tijdens het bak- en braadmoment, vanochtend rond 8.00u, bleek dat onze gasfles van het fornuis leeg was. Lia was juist een paar overheerlijke tosti’s aan het maken, weer eens iets anders, totdat er een kreet van binnen kwam, “het gas is op”. Je moet weten dat bijna alle huizen op het eiland, op deze manier gebruik maken van gas. Waarschijnlijk zal dit te maken hebben met de keiharde ondergrond en misschien dat het transport met behulp van leidingen niet echt veilig kan zijn. Maar ja, het was natuurlijk Zondag, en dan is het beheerderspaar wel te bereiken maar alleen telefonisch. Toen ik op onderzoek uitging, of er misschien een “spare” fles aan te koppelen was, kwam ik bedrogen uit. Er was echter een ongenode gast geweest in onze flessen opslag. Ik denk dat het een “blaublau” was, een hagedis met een blauw gekleurde schouderpartij, die hier op het eiland nogal veel voorkomt. Hij had het zich zijn thuis gemaakt, in onze bak. Alleen kon ik niet echt meer zien of hij ook echt Blauw van kleur was geweest, want de staat waarin hij zich bevond was redelijk “uitgedroogd”. Ik heb het idee dat bij de laatste fleswissel, het e.e.a. is misgegaan, voor hem. En het “lijk” van het beestje, was door de gaten van de fles heen door de gaten onderaan de fles “geweven”. En daardoor vast komen te zitten. Nou ga ik je vertellen dat het in deze bloedhitte niet echt lang is uit te houden, in welke positie dan ook. Helaas hij was niet meet te redden. Terugkomend op het ongemak. Een lege gasfles, is nu ook niet zo’n “brand” moment, dat hals over kop iedereen moet opspringen om de flessen te wisselen, maar het is wel wat ongemakkelijk. Morgenochtend maar even bij de beheerders, van “Villa Kakelbont” aankloppen.


Directeurs baai, de baai ooit van de Shell directie om hun vrije tijd te besteden, zoals ik in een eerder blogje al had verteld. Nu was het geval dat toen “Kokkie” en ik hier vorige week in het water rondscharrelden, met onze snorkels op de “neut”. We zoveel mooie visjes hadden gezien, dat we eigenlijk met de “4K” hier naar terug moesten komen, om het vast te leggen voor de “achterblijvers”. Zo gezegd zo gedaan, we gingen weer terug naar dit baaitje. In de auto onderweg naar de baai, had Lia zojuist nog gezegd, dat buiten de “locals” maar weinig mensen van deze plek wisten. Mijn antwoord, “inderdaad je moet wel goed op de hoogte zijn om daar te komen”. De laatste lange rechte “weg” door allerlei soorten bosschages, is de enige route die daarheen leidt, mits je over water gaat. De bosjes met gevaarlijke stekels, de weg, meer gaten dan asfalt. Ze had het nog niet gezegd, over het “onbekende” en we stuitten op een “file”. Een karavaan van auto’s stond op “onze parking”, allerlei in het zwart geklede “kikkers” stonden elkaar aan te kleden. Overal flessen, flippers, slangen, alles op “onze plek”. “Kokkie” die voorop reed, we waren dit keer met twee auto’s, want tussendoor moest “Beach Boy” ook naar het werk gebracht, maakte een “U-turn”. Tenminste dat probeerde hij, tussen alle ongemakken op de weg. “Nou matti, denk niet dat het hem gaat worden, ga nog even checken”, zei hij. Wij in ieder geval ook onze I10-bolide gedraaid en zo’n 100 meter verder, in de berm geplaatst, achter “Kokkie”. Hij ging te voet de weg terug om te zien of er wel plek was op het strand. Toen hij weer terugkwam vertelde hij, dat er voldoende plek was, die lui gaan natuurlijk alleen maar duiken en zijn geen strandbezoekers. Ik vond de parkeerplek niet het aller veiligst, dus dan maar naar iets anders “Baya” besloten we.

 

Wij tweeën waren daar vorig jaar ook een keer geweest, en het was helemaal opgeknapt, toen! Dus op weg terug naar beneden, we waren het strandje, met de gele “kerk” op de heenweg naar “Directors Bay” gepasseerd en er waren geen andere mensen, behalve de kerkgangers. We parkeerden onze auto’s zowat aan het strand. En Betty, ik noem haar ook wel eens gekscherend “Beatrix”, omdat alles goed geregeld moet zijn, en zij de meest kritische noot van ons stel is, vond het er niet schoon, en ze had zeker wel gelijk ook. Het opgeknapte deel van het strandje, van vorig jaar, lag weer helemaal vol met bende en stenen. Ook de restanten van een feestje de vorige, misschien avond, lagen ook nog her en der verspreidt. De vuilnistonnen lagen ook nog eens stampvol. Troep “all over the place”, dus verkassen. Betty had nog wel een baaitje, in gedachten. Het lag zelfs nauwelijks op 2 minuten van hier, dus erheen. Naast de trap van “fort Beekenburg” konden we ons vervoer stallen. Op een privé plek, op een plateautje, goed voor twee auto’s, die op het heetst van de dag vol in de schaduw zouden staan. Wij onze uitstalling, uitstallen op het strandje. Hoe deze “Beach Zonder Naam” nou weer heette, geen idee, denk dat “Google Raiza” deze keer ook verstek moet laten gaan. We noemen dit strandje dan maar “BZN” of “De tuin van het Fort”, de laatste kan zo de boeken in, al zeg ik het zelf. Wij, “Kokkie” en ik, zijn ook hier, zoals de bedoeling was, weer onze snuitjes in de duikbril gestoken. Ik was wederom meer aan het kloten met die dingen, dan aan het snorkelen, en had weinig oog voor al het moois onderwater. Mede omdat mijn ogen steeds meer begonnen te prikken van het zoute vocht, dat in mijn bril stond. Ik heb het idee dat mijn “giegeltje” niet bestemd is om in zo’n “helm” te duwen. “Kokkie” heeft flink wat meer ervaring als duiker en snorkelaar, dus die vroeg of hij de “4K” mee kon nemen om te filmen. Nou gappie, de beeldjes waren veelal wonderschoon, kan ik je zeggen, zelfs voor jouw eerste keer. De misselijkmakende stukken snijd ik er toch wel uit. Op een gegeven moment waren we een paar honderd meter langs de kust op weg, en besloot ik boven water, tegen de wind en golven in, terug te zwemmen. De bril aan mijn arm bungelend, ik denk dat dit zwaarder was dan onder water, pfff. Maar ja, als je deze gezichtsmaskers eenmaal van je gezicht neemt, is het zeer lastig om deze weer “waterloos” op te zetten.

 

Na een lekker dagje in “De tuin van het Fort”, we gaan de naam toch maar registreren, en ook nog wat plaatjes vanaf het “Fort Beekenburg” te hebben gemaakt, gingen we weer op huis aan voor ons natje en droogje. Weer een vakantiedagje om, en het einde begint nu toch alweer te benauwen, het moeten komt weer dichterbij..……….!